Er bestaan vele artikelen over de herkomst van de spelen, de aard en het karakter; hoe ze gespeeld moeten worden, hoe ze kunnen inspireren tot overpeinzingen.
Die zijn te vinden op Vrijeschoolpedagogie.
In ‘Kerstspel: alle artikelen‘ staan ze genoemd met enkele trefwoorden uit de inhoud.
Daar de spelen ieder jaar op veel plaatsen in de wereld worden gespeeld, ligt het voor de hand dat er posters, programma’s, affiches o.i.d. worden gemaakt.
Nu zijn er van het Geboorte- of Herdersspel – een van de drie Kerstspelen uit Oberufer – een aantal posters in omloop die – lijkt het – ontworpen zijn zonder dat er rekening is gehouden met de regie-aanwijzingen.
De volgorde van de spelers is, volgens de bekendste regie-aanwijzingen – steeds: Engel, Jozef, Maria, sterrenzanger, Gallus, Stiechel, Witok, Crispijn, Rufinus, Servilus, Titus.
Op een van de oudste foto’s is dat al te zien:

Op de posters die ik tot nog toe heb gezien, loopt Maria steeds achter de engel.
Niet voor álles is er een verklaring. Steiner heeft voor de Spelen een aantal aanwijzingen gegeven. Die zijn vaak ‘van horen zeggen’ overgeleverd. Of er is een bepaalde gedachtegang aan verbonden. Zo legde Wim Veltman in de jaren 1970 uit dat in het Paradijsspel bij het binnenkomen van de zaal, Adam achter Godvader loopt. Aan het eind van het spel loopt Eva achter Godvader ‘om tot uitdrukking te brengen dat de vrouwelijke ziel na de zondeval dichter bij God staat’.
Is zo’n gedachte wellicht overgesprongen op het Kerstspel, wat Maria betreft: dichter bij de engel? Is het ‘beleefdheid’? Dames eerst! Of is het een (verborgen) emancipatiegedachte: waarom zou de vrouw weer achter de man moeten lopen?)
Of is het uit praktische overwegingen: de ster van de sterrenzanger uitgeschaard. komt moeilijker boven het hoofd van Maria als ze vlak vóór hem loopt.
Hoe het ook zij: op alle posters loopt Maria achter de engel:

Bij het bekijken van de posters valt soms nog meer op:
Wie zich verdiept in de figuur van Crispijn, komt tot de ontdekking dat hij ‘anders’ is dan de andere 3. Vanuit het antroposofische mensbeeld gedacht is Crispijn het ‘Ik’ dat als jongste wezensdeel in de mens geboren wordt en op eigen kracht de dingen zal moeten doen. Zie bijv. Crispijn
Zijn plaats is overduidelijk ‘na de drie herders’.
Daar is hier geen rekening mee gehouden.

Hier loopt Crispijn achteraan. Dat komt nergens in het spel voor.

Dit is een illustratie van Lilian van der Stap die met speelse lijnen de kerstspelspelers uitbeeldt.
Slordiger is het als Crispijn helemaal ontbreekt:

Ook hier ontbreekt Crispijn. (En de 3e waard, maar dat heeft wellicht met de grootte van de afbeelding te maken:

De waarden komen nergens in het spel vóór de herders!:

FOTO’S
Het ‘op de foto gaan’ legt een beeld vast.
Deze foto is puur voor het poseren: het is geen scène uit het spel:

Het lijkt of de engel dicht bij de aanbidding aanwezig moet zijn. Maar hij is daar niet bij. Toch kan het zo zijn dat hij door ruimtegebrek bijv. toch nog zichtbaar is.
STER
Ook de ster van de engel is niet consequent dezelfde: in het ene spel is het een zesster, in het andere een vijfster.
Kijken we naar de eerste foto’s van het spel, dan zie je dat de engel een zesster heeft; de sterrenzanger een vijfster: 
Op deze vrijeschool – foto 2019 – is dit ook zo:




Er zijn gezichtspunten waarbij het getal 6 als ‘kosmischer’ beschouwd kan worden dan het getal 5, dat dan als ‘aardser’ wordt gezien.
Vanuit die optiek is de hemelboodschapper Gabriël als ‘kosmisch’ te beschouwen en past de zesster daar meer.
Wanneer Maria na de verkondiging in de ‘kompany’ meeloopt, houdt de sterrenzanger haar de vijfster boven het hoofd, als teken dat ‘het kind spoedig op aarde zal komen’, aan zijn ‘afdaling naar de aarde’ is begonnen.
Joep Eikenboom zegt:
De mens is een gecompliceerd wezen, waarvan het Jezuskind en het daarmee verbonden Christuswezen het oerbeeld is.
Het evangelie volgens Mattheus grijpt bij uitstek terug op de lange traditie van het Joodse volk en ook op de verbinding van het Jezus-kind met de Perzische ingewijde Zarathustra. Zarathustra heeft gedurende vele incarnaties alle wijsheid op kunnen nemen, die er als mens op aarde te ervaren is. In hem komen de twee aspecten van de tweeledige mens samen, zoals Rudolf Steiner die beschrijft in de 1e voordracht van de Algemene Menskunde: de geest-ziel en de lichamelijke organisatie. De geest-ziel (bovenste mens) omvat geestzelf, levengeest, geestmens, en gewaarwordings-, verstands-gemoeds-, en bewustzijnsziel. Daartegenover staat de lichamelijke organisatie (onderste mens), die via de erfelijkheid aan de incarnerende geest-ziel wordt aangeboden: astraallichaam, etherlichaam en fysieke lichaam, die alle drie samen hangen met de drie natuurrijken. Bovenste mens en onderste mens kun je grafisch voorstellen als twee driehoeken die elkaar doordringen en tot een zesster worden. In de zesster vind je op een bepaalde manier ook de drie ruimterichtingen vertegenwoordigd. Rudolf Steiner noemt de zesster ook in relatie tot de Hebreeuwse mysteriën en op een andere plaats geeft hij de zesster als beeld voor het astraallichaam.
In het evangelie volgens Lucas vinden we een onschuldig Jezus-kind, dat nog nooit op aarde is geweest. Zijn geboorte wordt vanuit hemelsferen overstraald door het wezen van Boeddha. Hier komt niet de wijsheid op de eerste plaats, maar de, goedheid en vrede. Het kind uit het evangelie volgens Lucas is een onschuldig wezen, dat genezing brengt aan aarde en mensheid. De vijfster representeert de stromingen, die zich in het etherlichaam voordoen: van het hoofd naar de voeten en de armen.
Vanaf zijn twaalfde jaar zijn in het Jezus-kind de twee aspecten verenigd: een zuiver etherlichaam, dat geen schuld draagt (de vijfster) en een van alle wereldwijsheid doordrongen astraallichaam (de zesster). Bij de Doop in de Jordaan kan deze voorbereidde lichamelijke organisatie de drager worden van de Christus.
Vandaar: Geboorte- en Herdersspel: de vijfster, Driekoningenspel: de zesster.
Jeannette Wilckens zegt:
Het volgende komt uit een boekje van Marijke van Hall-Heintz met enkele persoonlijke aanvullingen
De zesster (de engel die Maria de blijde boodschap verkondigt heeft op oude schilderijen een lelie in de hand – een lelie heeft zes bloembladeren).
Die stervorm is van oudsher in verband gebracht met wijsheidskrachten die ook met de maan samenhangen. Het is de Joodse Davidsster; uit de stam Davids werd Jezus geboren. Dit zgn. hexagram bestaat uit twee in elkaar geschoven driehoeken, de ene punt wijst naar boven, de andere naar beneden. Samengevoegd zijn ze het beeld van de macrokosmos.
Hierin kun je de heilige drie-eenheid herkennen.
De vijfster van de sterrenzanger, geeft het beeld van de mens weer, de microkosmos, (denk aan het beeld van Leonardo da Vinci’s ecce homo). Deze ster heeft verwantschap met de zon, is ook het teken van Michael. Daarbij hoort de roos, die vijfbladig is. Dit representeert de liefdekrachten. In Christus komen beide principes bij elkaar: wijsheid en liefde. In het sterrengezang begroet de sterrenzanger macro- en microkosmos.
.